27 juli – boottocht naar Battambang
Online hadden we gelezen dat de boottocht van Siem Reap naar Battambang heel speciaal was, sommigen hadden het er zelfs over dat het één van de mooiste boottochten is.
Wanneer je met een busje vanaf Siem Reap naar Battambang reist doe je er misschien vier uur over, met de boot soms meer dan acht uur. Toch was de keuze snel gemaakt. Na een paar uur reizen heb je namelijk sowieso vaak geen energie meer om die dag nog wat te gaan ondernemen. Indirect ben je dus sowieso een hele dag “kwijt” wanneer je van plek naar plek gaat (althans, als het om lange afstanden gaat). Dus konden we net zo goed gaan voor de langere optie: met de boot!
Om half zeven ‘s ochtends vertrokken we naar Battambang, we werden met de tuktuk vanuit ons hotel naar de haven gebracht. Eenmaal in de haven was het allemaal erg onduidelijk en moesten wij wachten totdat we een boot op konden. De hele haven lag vol met mooie gekleurde bootjes en er was één minder mooi bootje. Uiteraard was dat net de boot waar wij mee zouden gaan, haha. Onze backpacks werden op het dak vastgebonden en de boot werd vervolgens volgestouwd met mensen, zowel locals als toeristen.
Onderweg stopten wij een aantal keren om mensen op te pikken. Zo stapten er twee kinderen in die waarschijnlijk naar school gingen. Ook was er een baby aan boord van nog maar 5 dagen oud, echt bizar. De baby werd af en toe even doorgegeven aan andere mensen op de boot. Totdat ze de boot verlieten dacht ik dat die mensen allemaal bij hetzelfde “gezin” hoorden, maar dat bleek niet eens het geval te zijn.
Wat op internet stond klopte helemaal, althans, hoe indrukwekkend de boottocht was. Je kwam langs allemaal plekken waar je normaal gesproken niet zo snel komt, zo voer je eigenlijk gewoon tussen mensen hun huizen door. Het is zo bijzonder om te zien dat de mensen daar eigenlijk allemaal op het water wonen. Af en toe dreef er dan ergens een stuk hout met een kip erop, of je zag jonge kinderen spelen in bootjes. Weer zo anders dan wat ik tot nu toe allemaal in Azië ben tegen gekomen. De omgeving was ook echt prachtig. Wel waren op het gegeven moment de weggetjes (?) zo smal dat we er nauwelijks door konden met de boot. Alles was zo dichtgegroeid dat er aan de zijkant van de boot zeilen gespannen werden omdat er anders allemaal takken naar binnen sloegen. Nog steeds kreeg je af en toe een klap van een tak, wanneer die onder het zeil door schoot. Het was in ieder geval een knusse bedoeling. Onderweg waren er namelijk mensen op het dak gaan zitten om te zonnen. Maar toen we bij het stuk aankwamen waar alles zo dichtbegroeid was, was het niet meer veilig om op het dak te zitten. Dus ging iedereen weer “naar binnen”, maar ondertussen was het zo druk geworden door alle mensen die we onderweg hadden opgepikt, dat het erg krap werd.
Online stond dat de boottocht ongeveer vijf uur zou duren. Al hadden we daar van te voren al niet echt op gerekend. Uiteindelijk waren we meer dan acht uur lang onderweg naar Battambang. Overigens zijn we onderweg ook nog twee keer gestopt doordat de motor kapot was. Of nou ja, bij de tweede stop sprong de schipper in zijn ondergoed het water in, om vervolgens een groot net uit de schroef te trekken. Toen dat geregeld was, voeren we weer verder naar het eindpunt. Eenmaal in Battambang werden wij opgewacht door een taxichauffeur, hij bracht ons naar het hotel waar wij verbleven.
28 juli – Bamboe train & Bat caves
Via Facebook hadden wij weer een tuktuk chauffeur (Net) geregeld voor een dag. Nadat wij het plan hadden besproken met hem en afspraken hadden gemaakt, vroeg hij of wij het oké vonden als er ook nog twee andere Nederlandse meisjes mee zouden gaan. En dus werden wij rond acht uur opgehaald bij ons hostel. De twee andere Nederlandse meisjes (Britt & Laura) zaten al in de tuktuk.
Onze eerste stop was bij de tempel Wat Ek Phnom, hier hadden we een vrouwelijke gids die maar één woord in het Engels kende en dat was: flower. Bij elke bloem die wij tegen kwamen wees ze en riep ze “Flower!”. We hebben hier een tijdje rondgelopen en de ruïne van binnen bekeken. Wat ik nog steeds heel bijzonder vind in Azië, is dat ze het minder nauw nemen met de veiligheid. Als in dat gebouwen bij ons al gauw niet meer betreedt mogen worden als er ook maar een kleine kans is dat het in kan storten. Of een gebouw wordt al snel ondersteund of gerenoveerd. Daar stonden een aantal muren echt wel op instorten, maar dat betekent niet dat het dan dicht gaat voor bezoekers.
Onze volgende stop was bij een plek waar ze rijstwijn maken. Stapsgewijs werd ons uitgelegd en laten zien hoe dit proces eruit ziet, erg bijzonder! En natuurlijk kregen we op het laatst nog de mogelijkheid om te proeven. We konden kiezen tussen een rijstwijn uit een fles met fruit of uit een fles met een dode cobra slang. Hoewel ik het helemaal niet geprobeerd heb, heeft de rest het toch maar bij de fruitversie gehouden.
Eventjes verderop kregen we een demonstratie van hoe bananenchips gemaakt worden. Deze dag leek een beetje op een voedseltour, overal waar wij stopten mochten wij dingen proeven. Op de volgende plek maakten ze verse rijstvellen voor bijvoorbeeld loempia’s. En hoe kan het ook anders, deze mochten wij ook weer proeven! Het was heel leuk om te zien hoe deze producten allemaal vanaf de basis gemaakt worden, normaal gesproken koop je het gewoon in de winkel en denk je (althans ik) er verder niet bij na over hoe dit proces gaat.
Na deze eettour was het weer tijd om een stuk door te rijden. Ondertussen was het rond half elf en stopten wij bij de volgende tempel. Hier gingen wij heel random vissen voeren en met monniken op de foto. Dat laatste was niet het plan, we vroegen namelijk of wij ze mochten fotograferen, niet of wij met ze op de foto mochten. Het was wel een grappige situatie. Hier vertelde onze gids Net ons ook dat hij zelf ook monnik is geweest, heel interessant.
Tien minuten vanaf deze tempel was ‘The Well of Shadows’, een gedenkteken voor de mensen die zijn omgekomen tijdens de Cambodjaanse oorlog, ook waren hier killing Fields. Op de grote pagode stonden allemaal nare situaties gegraveerd en lagen er allemaal schedels en andere botten in. Het meest heftige vind ik denk ik nog dat dit alles nog niet heel lang geleden is. Maar, hier ga ik het in een ander artikel meer over hebben.
Bij deze pagode is ook een tempelcomplex, natuurlijk weer erg mooi. Maar om heel eerlijk te zijn, na de zoveelste tempel bezocht te hebben, was deze niet heel bijzonder. Ik vond vooral de pagode heel opmerkelijk en indrukwekkend.
Vervolgens reisden wij verder naar de bamboetrain. Wij wisten van te voren al dat wij hier langs zouden gaan en waren er erg enthousiast over. Ik had geen idee wat ik kon verwachten van deze “trein” dus liet mij vooral verrassen. Daar ter plekke wordt er even een soort treintje voor je gebouwd, waarna je op het bamboe platform mag gaan zitten. Achterop zat onze “machinist” die er voornamelijk voor zorgde dat wij met een enorme snelheid over de rails reden. En.. niet geheel onbelangrijk bij dit verhaal.. Omdat het maar één rails is, maar je ook weer terug moet, ga je over hetzelfde stukje weer terug. En nu zal je misschien denken: huh? Maar hoe kan dat dan als er een tegenligger aan komt? Nou.. Dat is denk ik wel het mooiste van alles. Wanneer je een tegenligger tegenkomt, dan moet de “trein” met de minste passagiers van het spoor af. Dus dan halen ze één karretje uit elkaar (het zijn maar drie onderdelen, maar toch). Vervolgens bouwen ze hem een paar meter verderop weer op en dan ga je beiden weer een andere kant op. Echt een leuke ervaring!
Ondertussen was het nog maar één uur en hadden we er eigenlijk al een hele dag erop zitten. Maar, onze tuktuk chauffeur Net dacht daar heel anders over. Het was na de lunch alweer tijd voor een volgende activiteit. Onderweg sloeg het weer helemaal om en begon het keihard te regenen. Heel random maakten we een tussenstop langs de weg om te gaan schuilen. Ik vond het vooral heel bijzonder dat wij in plaats van de tuktuk dicht te ritsten, gingen schuilen onder een boom. Maar het meest rare was dat er daar gewoon mensen woonden in een zelfgebouwd hutje. Het is niet voor te stellen dat mensen daar echt zo leven. Hoewel ik niet helemaal goed kan inschatten hoe armoede er in Azië uit ziet, kwam dit toch wel heel dicht in de buurt. Deze mensen hadden oprecht alleen maar een hutje, een paar kippen en twee ganzen (de derde was ontsnapt). Maar ze waren zo ontzettend lief en gul, zo was de mevrouw haar laatste eten aan het opeten, en zelfs dat wilde ze met ons delen. Toen de regen ongeveer was opgehouden gingen we weer verder met onze reis en werden wij nog uitgezwaaid door deze man en vrouw.
Ik ga het waarschijnlijk nog heel vaak zeggen, maar de sporen van de oorlog zijn nog zo duidelijk zichtbaar. Je ontkomt er niet aan. Onze volgende stop was weer bij een hele indrukwekkende plek: de killing caves. Om deze grotten te bezoeken moest je eerst een berg beklimmen, oké.. die hadden we niet aan zien komen. Wij waagden ons er toch maar aan en liepen wij naar boven. Eenmaal boven had je een prachtig uitzicht over Battambang. Daarna liepen wij door naar de tempel en een stukje verderop waren daar de killing caves. In de oorlog werden er levende mensen in deze grotten gegooid, wanneer ze dit overleefden dan overleden ze later alsnog door de honger. Het is zo bizar dat mensen hier toe in staat zijn en dat jij daar dan zoveel jaren later “gewoon” kunt rondlopen. Bij de killing caves kwamen wij nog een grote groep (jonge) monniken tegen, we raakten uiteindelijk met hun in gesprek. En later op hun verzoek gingen we nog met zijn allen op de foto.
Na de killing caves reisden wij door naar de bat cave, hier gingen wij met tientallen andere toeristen naar een grot kijken, wachtend tot er rond zes uur een paar miljoen vleermuizen uit deze grot zouden komen. En ja om 20 over 6 kwamen er inderdaad miljoenen vleermuizen tegelijk uit de grot. Er leek ook echt geen einde aan te komen, heel fascinerend!
Nog voordat de laatste vleermuizen uit de grot waren moesten we weer snel de tuktuk in om naar onze laatste bezienswaardigheid te gaan: een andere bat Cave. Hier kwamen er volgens Net nog meer vleermuizen uit. Maar om dit echt goed te kunnen bekijken moesten we nog wel even een bergje beklimmen. Niet wandelend een berg beklimmen zoals de berg bij de killing caves, maar echt klimmen met handen en voeten. Eenmaal bovenop de berg hadden we een prachtig uitzicht en konden we nog net de zon onder zien gaan. De weg naar beneden was wel weer een grote uitdaging, maar het was het het uiteindelijk wel waard.
Dit is een heel verslag geworden van maar twee dagen in Battambang. Wanneer je ooit in Cambodja bent dan moet Battambang zeker op je lijstje staan met plekken die je moet bezoeken. Cambodja heeft sowieso in het algemeen een hele grote indruk op mijn achter gelaten.
Leave a Reply